Ndala 11-12-2021

Hallo allemaal,

Ik ben alweer aan de laatste dagen begonnen. Ik ben hier aan het afscheid nemen. De tijd vliegt voorbij. Ik had gehoopt, dat ik hier het begin van de regentijd mee zou maken, maar dat valt tegen. Er is regen gevallen, maar het zet niet door. Voor de mensen betekent het zorgen,want het is al meer dan een maand te laat. Voor mij betekent het, dat er nog niet veel van bloemen te zien is. De bomen zijn groen maar onder de bomen is het grotendeels dor en droog. Er beginnen wel dingen te groeien, maar traag. Aan sommige bomen zie je bloemknoppen, maar die wachten met open gaan tot de regen komt.

Zondag ben ik op het eind van de dag nog even rondgegaan en had een gesprek met de patron. Hij zei dat het overal rustig was met de handel. Overal is men druk met het voorbereiden van de akkers. Ook de winkels hebben minder te doen. Als de regen komt, kan men weer dingen verkopen en heeft men weer geld.

Maandag ontdekte ik dat een kind een hartprobleem moest hebben. Ik liet daarom een X Ray foto maken en dat toonde inderdaad een veel te groot hart. Dat kind hebben we naar de kinderarts in Nkinga verwezen. Na vijven ben ik nog naar Ulimakafu gefietst om te zien of Fredriki Nshimba thuis zou zijn. Hij was druk bezig om de tabaksplanten water te geven. Deze worden uitgeplant als de grond echt nat is. Omdat hij druk was ben ik weer weg gegaan. Hij zei, dat hij vandaag of zondag misschien nog langs komt.

Maandag kwam ook Salum Constantino langs met een brief. Hij vroeg hulp om het schoolgeld van zijn zoon te betalen. Ik heb dat toen in de mail naar onze Ndala club gezet en er melde zich al snel iemand aan, die kon en wilde helpen. Hij heeft meteen geld over gemaakt. Zo kan zijn zoon Omari aan form 4 beginnen en kan Omari de secondary school  afmaken.

Dinsdag was weer een zonnige dag. Er was in de morgen geen wolkje aan de lucht te zien. Ik kon Salum dus namens iemand anders 150.000 shilling geven. Die dokter had zijn zoon Omari eens behandeld. Omari was heel erg ziek en die collega dacht, dat Omari het niet zou redden, maar opeen begon hij toch beter te worden.

Dinsdag vroeg ook zuster Justina hulp voor de school, die de zusters in Ulimakafu aan het openen zijn. Maar het project is nog lang niet klaar. In de namiddag hebben we in het office zitten brainstormen hoe en waar er een aanvraag kan worden gedaan voor hulp. Ik heb ze geadviseerd om een aanvraag te sturen naar de Deurmanstichting of naar Imelda/Nolet stichting en ik heb gezegd wat er in de aanvraag moet staan.

Woensdag had ik afgesproken, dat ik met de zusters naar Tabora zou gaan. Dat werd een lange dag. Het was 8 december en dat is de dag van Maria onbevlekt ontvangenis, maar het was ook de dag van de afsluiting van het st. Joseph jaar. Paus Franciscus had dat een jaar geleden afgeroepen. Daarom was het een soort feest en de aartsbisschop Paul Ruzoka ging voor in een mis op het kerkplein. Er waren veel mensen en heel veel priesters, zusters en priester studenten van het bisdom aanwezig. En na de mis werden we allemaal uitgenodigd voor de lunch. Dat was wel gezellig, want ik ontmoette enkel priesters, die ik de afgelopen jaren in Ndala had ontmoet. Een priester, father Donazio deed zijn best om de zusters van Carolus Borromeus naar zijn parochie te krijgen. Hij was pastoor ten noord-oosten van Nzega bij een Sukuma bevolking. Ze zijn in dat gebied nog erg conservatief en ze vinden eigenlijk, dat meisjes niet naar school zouden moeten gaan. Daarom wou father Donazio de zusters graag naar zijn dorp Chomachangola halen. De meisjes trouwen al heel jong en dat geeft sociale en gezondheidsproblemen. Het huis voor de zusters staat al klaar. De bisschop en de zusters zelf hoeven alleen maar Ja te zeggen.

Na het eten moest ik gaan pinnen, een ticket voor de bus kopen op dinsdag en een nieuwe brillenkoker. Dat ging allemaal snel. Toen had ik de wens om bij de Marko Mihayo school te gaan kijken hoe het met de telescopen, die Mabula er in 2018 had gebracht zou gaan. Ik wou ook zien of er in hun tuin nog andere orchideeën groeien dan de Ansellia Africana.

Father Deogratias Mageni was nu de directeur van de middelbare school. We kenden elkaar al. Father Maganga is nu in Igunga. Father Mageni riep onmiddellijk de betreffende leraar die over de telescopen ging. De telescopen werden vooral gebruikt door de leraren zelf. Omdat ik naar de orchideeën vroeg en men niet wist wat het was, gebruikt ik het woord in het Kinyamwezi. Dus er werd nog een leraar gevraagd, die Kinyamwezi sprak. Maar ook hij wist niet wat orchideeën waren. Dus ik liet zien waar ik ze vanaf de straat had gezien. Ze groeien in 4 bomen naast de hoofdingang van de school. Men kwam er dus elke dag langs maar ze waren nooit opgevallen, terwijl ik ze een paar jaar geleden had zien bloeien. De directeur en de leraren waren dus hoogst verbaast. Helaas groeide er maar één soort. Ik mocht ze van de boom halen om ze mee naar Ndala te nemen. Ik heb er hier twee in een boom vast gemaakt zodat ze kunnen gaan groeien en misschien zie ik ze dan nog een keer in de toekomst. Twee anderen neem ik mee als cadeautje voor Thomas Safari en Erick Saimon. Dat zijn mijn gidsen voor de komende week. Zij kenden een paar jaar geleden ook geen orchideeën. Nu kennen ze die wel door mij.

Daarna ben ik met de zusters naar de markt gedaan om groenten en fruit te kopen. Dit duurde eindeloos en één zuster was zelfs een tijdje zoek op de markt. Het is een grote markt, een paar voetbalvelden en alles staat dicht op elkaar. We waren kwart voor zeven in Ndala. juist voor het donker. Ik zat een beetje in de stress, want ik had Thomas Safari belooft, dat ik hem wat vooruit zou betaling per telefoon, M-pesa, zoals dat hier gaat. Ik was bang, dat het service center zou sluiten, maar gelukkig was het ook na zeven uur nog open. Dus ik was opgelucht.

Donderdag was het 60 jaar geleden dat Tanzania onafhankelijk werd. Ik wist van niets, want ik had niemand iets over een vrije dag horen vertellen. Hier in het dorp was er dan ook niets van een feestdag te merken. Later zag ik op tv wel dat er in Dar es Salaam iets te doen was in het Stadion. Hier was iedereen blij, dat ze op de akkers konden werken of naar de markt hier in Ndala konden gaan.

Om dat er in het ziekenhuis geen ochtendbespreking was kon ik snel visite lopen op de kinderafdeling en daarna zocht zuster Florida me. Ze moest me nog het een en het ander vertellen nu mijn vertrek dichtbij is. Ze had de wens om de horren in de ramen van het ziekenhuis te vervangen. Deze waren destijds te licht gemaakt, niet stevig genoeg, maar doordat veel mensen ze niet kennen waren ze op veel plaatsen al stuk door ondeskundig gebruik. Ze had ook nog de wens om naast de ingang van het ziekenhuis een apotheek te openen. Er zijn twee redenen om dat te doen. Het ziekenhuis hoopt zo meer inkomen te verwerven en ze vallen dan in een ander vergunningensysteem zodat ze ook soorten medicijnen kunnen voorschrijven die nu niet vergoed worden. Ik moest dus op zoek gaan naar sponsors en voor een deel is dat al gelukt.

Op het eind van de dag ben ik nog even gaan fietsen en daarna langs het dorp gegaan om een paar cadeautjes te kopen. Voor de kinderen van Thomas Safari en de zusjes van Erick Saimon. Ik kon gelukkig wat tekenspullen en kleurpotloden vinden in een winkel en een liniaal. Het assortiment is de laatste jaren erg toegenomen. Ndala is nu een dorp met meer dan 20 000 inwoners.

Zo was de “feestdag” voor mij toch nog gevuld.

Vrijdag 10-12-201 was alweer mijn op een na laatste werkdag in Ndala. Bij de ochtend bespreking heb ik nogmaals de aandacht gevraagd om er aan te denken een sickelceltest aan te vragen, bij kinderen die een bloedtransfusie nodig hebben. Dat is hier bijna dagelijks. Zowel vanwege het voorkomen van de Sickelcel ziekte als wegens Malaria. Soms hebben  kinderen of volwassenen een HB van lager dan 10%. Die zijn dan vaak ook doodziek.

Op de afdeling werd het een bijzondere dag. Er was in de ochtend al een jongen van 11 jaar opgenomen met verdenking op meningitis. Ik heb daarbij een lumbaal punctie gedaan en dat was al duidelijk. Maar toch was het anders dan normaal. Het bloed was niet zo afwijkend en vertoonde niet het beeld van een zwaar ziek iemand. De laborant kon ook geen bacteriën vinden maar alleen gistcellen, wat dus zou wijzen op een immuun gecompromitteerd iemand. De test op HIV was echter negatief. Ik ben de gewone behandeling begonnen en zie hoe het verder gaat. Van morgen was hij nog in coma, maar hij begon tekenen van leven te vertonen. Dat was één patiënt.

Op het eind van de ochtend had ik een gesprek met het bestuur van het ziekenhuis, wegens mijn aanstaand vertrek. De boodschap aan mij was, dat mijn komst heel nuttig was, van hen mocht ik wel tweemaal per jaar komen.

Doordat ik er ben is er meer tijd om aandacht aan de kinderen te geven en wordt er minder gemist. Het is goed voor de naam van het ziekenhuis. De boodschap voor een club van Ndala vrienden is, dat het ziekenhuis nog niet kan bestaan zonder de hulp uit Nederland. Daarvoor is hun inkomen nog te laag. Ook als missieziekenhuis hebben ze duidelijk een bestaansrecht. Doordat ze geen overheidsziekenhuis zijn kunnen ze er nu voor zorgen, dat alle medicijnen, die ze kunnen gebruiken er zijn. Bij de regeringsziekenhuizen zijn heel vaak dingen niet te krijgen en ook de motivatie van de werkers is minder. Doordat de overheid het aantal faciliteiten wel uitbreidt, komen er hier minder patiënten met ongecompliceerde klachten. Dus het ziekenhuis moet zich er op richten om meer gecompliceerde zorg te leveren en goede service te leveren en daar hebben ze toch ondersteuning voor nodig.

Na de lunch werd ik gevraagd om een ander kind te zien. Het was een kind van anderhalf jaar. Het kind had zwarte vinger toppen sinds een dag, ook de tenen waren zwart. Ik had zoiets nog nooit gezien en vroeg een arts van hier om een consult. Hij had het ook nog nooit gezien. Hij adviseerde wel om het kind aspirine te geven tegen trombose. Ik ben op het internet gaan zoeken en vond al vrij snel de diagnose, Het is “peripheral digital ischaemic syndroom. Het medicijn, dat werd aanbevolen was hier niet voorradig. Ik heb het kind een infuus gegeven om de bloedvaten beter te vullen en ik heb het aan de zuurstof later leggen. Gisterenavond leek er weer iets kleur te komen in de vinger toppen, in ieder geval in de duimen en de grote tenen. Maar vanmorgen was ik toch bang, dat er acht vinger toppen en tenen aan het afsterven zijn. Ik zal straks nog een keer gaan kijken.

Er was nog een ander kind van 10 maand, dat behandeld werd voor een longontsteking, dat niet goed ging en ook de grootmoeder wees me er op. Ik heb het kind na gekeken en besloot om ook een lumbaalpunctie bij dit kind te doen. Op het oog leek het mee te vallen, maar de liquor was toch duidelijk afwijkend en bewijzend voor meningitis, Maar de laborant wees me er op, dat het er naar uitzag , dat het kind mogelijk aan aangeboren syfilis heeft. Ik heb vanmorgen dus een test laten doen en straks gaan kijken hoe het gaat met de andere medicijnen. Vanmorgen was het kind duidelijk al minder ziek en niet bewusteloos. Zo was het op een rustige dag dan toch weer druk.

Er was gisteren ook nog een vergadering met het personeel en de vakbond. Die vergadering was rustig verlopen. Het was duidelijk, dat als ze meer willen verdienen, ze ook moeten zorgen, dat ze goede zorg leveren, zodat er veel patiënten komen. De directeur merkt op, dat hij in dienst van de overheid nog nooit extra toeslagen voor het werk had gehad en ook geen vakantiegeld. Het personeel moest blij zijn dat ze iedere maand hun salaris kregen. Dat ging bij de overheid regelmatig fout. Hier bij het missieziekenhuis zijn de zekerheden groter.

Vandaag, zaterdag, was ik opgestaan met het idee om de dag weer te beginnen met de gebruikelijke fietstocht, maar toen ik om 8 uur Stefano belde of hij tijd had, vertelde hij dat hij eerst weer in de kerk moest helpen. Tegen elf uur zouden we kunnen gaan fietsen. Toen ben ik maar naar de kinderafdeling gegaan en heb daar visite gelopen, zodat de dienstdoende arts dat niet hoeft te doen. Hamis Mwandu 10 maand was veel beter, dan gisteren. Lonja van elf jaar met de meningitis heeft geen koorts maar is nog half bewusteloos. Maar Amos Dotto van 1,5 jaar met het zeldzame syndroom gaat niet beter. Hij heeft ook een anurie zonder dat de blaas vol is. Ik heb zojuist hydrocortisone voorgeschreven.

Om half elf belde Stefano, dat hij klaar was. Hij nam me mee naar een plek met granieten rotsen waar mensen gingen picknicken. Ik was benieuwd. Het was niet ver hier vandaan. Het was een plek met granieten rotsen. Men gebruikt dit met name bij het maken van vloeren. Men gaat op het graniet een vuurtje stoken en door de warmte gaat het graniet scheuren en grotere stukken worden klein gehakt. Op die manier heeft men minder cement nodig voor een stevige vloer. Ik heb dit al op meer plaatsen gezien. Opvallend was dat er door het graniet kaarsrechte stroken van kwarts liepen van tientallen meters lang. Dat is waarschijnlijk het resultaat van aardbevingen in het verleden, waardoor er korsten ontstonden. Die opgevuld werden met zand/ silicium. Op de terugweg kwamen we langs een opvallend nieuwbouwhuis. Het was voor een deel met ronde gebouwtjes gebouwd. Bijna een kasteel. Ik wou een foto maken, maar Stefano was verstandig en ging eerst vragen. Ik moest erbij komen zitten en vroeg wat dat nu was. Het moest een kliniek worden van een traditionele dokter. Ik vroeg of hij in bepaalde ziektes gespecialiseerd was, maar dat was niet duidelijk. Ik vroeg ook hoe hij dat geleerd had. Hij was een tijd bij een andere dokter geweest en had daar veel geleerd. Hij had geleerd om in zijn dromen te zien welke medicijnen hij kon maken en aan de patiënten geven. Later vertelde Stefano, dat de man niet geleerd had om te lezen en te schrijven. Hij was ook nog een vrij jonge man, rond de dertig. Maar hij krijgt blijkbaar toch genoeg patiënten, zodat hij in staat is zijn kliniek te bouwen. Wij krijgen dan de patiënten, die vaak doodziek zijn, omdat ze met aftreksels van bladeren , boomschors e.d. behandeld zijn. Heel vaak kunnen wij ze dan ook niet meer behandelen en overlijden de patiënten.

Het is nu zondagmiddag. Gisterenmiddag heb al een groot deel van dit verslag geschreven. Daarna wou ik nog even gaan fietsen en goede dag zeggen. Maar het was voetbal. Ik ging naar iemand om te horen hoe het een en ander ging. Hij zat ook voetbal te kijken en ook al zei hij, dat het niet erg was dat ik hem bij de voetbal weg haalde, ben ik na een kwartiertje toch maar opgestapt. Ik wou ook iemand met een restaurantje bezoeken. Maar zijn zaak puilde uit met jongeren, die allemaal naar het scherm keken, dus ben ik maar naar huis gegaan.

Gisterenavond was ik uitgenodigd door de zusters. De medical officer in charge was er ook en de directeur van het health office van het Nzega districkt en een pastoor. Die waren dus ook apart voor mij uit genodigd. De zusters hadden er blijkbaar zin in en ze hadden te veel lof over me. Van hen mocht ik wel twee keer per jaar komen. Ze hadden zin in een feestje, ik moest ook leren dansen. Dat gaat natuurlijk niet zomaar. Dus er werd aardig gelachen. Ik kreeg het gebruikelijke shirt en ze hadden ook iets voor Hilde laten maken, daarbij moest ik gemaakt  enthousiast zijn, want ik ben bang , dat het niet past. We zullen zien.

Gisterenmorgen kwam ook Eduard langs. Hij kwam vragen of we vandaag in de ochtend na de mis nog zouden gaan fietsen om te kijken of we orchideeën in de natuur zouden kunnen vinden. Hij kwam inderdaad om 9.15. Hij had navraag gedaan. We gingen op weg richting Mabisilo en onderweg ging Eduard bellen om de plek te zoeken waar ze zouden kunnen groeien. We kwamen bij twee bomen. Na enig zoeken, bleek dat de bomen, waarin ze zouden moeten staan waren omgehakt en er was niets van op de grond te zien. Toen zijn we doorgefietst naar het huis van Eduard. Hij heeft een huis op de grond van de familie. Hij was ook van plan om een stenen huis te bouwen. Het moet blijkbaar eerst drogen. We hebben even bij zijn huis gezeten en zijn toen, nog een stukje verder fietst, waar van hij wist dat er een orchidee groeide. En inderdaad groeiden er een aantal in een ficus boom. Eduard klom in de boom en ik moest er een paar mee nemen, gelukkig nam hij niet de hele klomp orchideeën mee. We waren om 12.40 terug en hadden 30 kilometer gefietst. Het lijkt erop, dat het weer gaat veranderen. Er staat een behoorlijke wind uit een andere hoek en er zijn ook meer wolken. Ik zei al tegen Eduard, dat het zou gaan regenen, als ik vertrek. Ik ga het voor vandaag weer afsluiten en ik hoop, dat ik een beetje de fouten er uit kan halen. Ik heb vannacht slecht geslapen door de hitte.

 

 

Groeten uit Ndala 2021 no 6

Eén gedachte over “Groeten uit Ndala 2021 no 6

  • december 17, 2021 om 10:15 am
    Permalink

    Elke keer lezen we weer met veel interesse je verslagen. Wat heb je veel voor de kinderen en het ziekenhuis kunnen betekenen. Al vast een heel goede thuisreis toegewenst. Alle goeds en hartelijke groeten, Aloys en Nelleke

    Beantwoorden

Laat een antwoord achter aan Nelleke Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *