Zondag 3 november ben ik de normale tijd opgestaan, naar de kerk gegaan en heb mijn verslag geschreven. Er kon nog een verpleegkundige bellen, die ook belangstelling had om te gaan fietsen. Maar hij had niet meer gebeld. Ik ben toen om 17.00 uur een boodschap gaan doen en ik ben daarna gaan fietsen. Ik was eerst naar het zuiden gefietst en daarna naar het westen en kwam uiteindelijk op de hoofdweg weer uit. Ik ben nog een deel verder naar het zuiden gefietst. Maar daar moet ik altijd over nadenken. Ik ben daar altijd mijn gevoel van richting kwijt. Ik weet waar het oosten is en het westen maar ik moet altijd nadenken over het zuiden en het noorden. Dan moet ik de kaart erbij voorstellen, dan weet ik het weer, maar het gevoel zegt, dat er iets niet klopt. Ik ben toch op het noordelijke halfrond georiënteerd. Terwijl ik nog wat verder naar het zuiden fietste kwam ik een bekende tegen, ene Claudio Mtaki. Hij was aan het werk geweest op zijn tabaksvelden en was op weg naar Ndala om geld te halen. Hij vroeg of ik met hem mee naar Ndala fietste. Ik heb nog een pilsje met hem gedronken en daarna was het donker en tijd om naar huis te gaan. Na het eten om 20.00 uur belde Paulo Edwardi, dat hij kwam. Vijf minuten later belde hij dat zijn vrouw ook meekwam en weer vijf minuten later belde hij weer, dat hun zoon en dochter ook meekwamen. Gelukkig had ik voor iedereen een flesje frisdrank in de koelkast liggen. Paulo was nog leergierig en had zijn Engelse boek meegenomen. Daarna waren ze zichtbaar moe. Er moesten nog foto’s gemaakt worden en om goed halftien gingen ze weer naar huis.

Maandag waren de kinderen met typhoid fever weer veel beter en hadden het gevoel, weer naar huis te kunnen ook al was de kuur nog niet afgelopen. Ik heb ze naar huis laten gaan met medicijnen voor 5 dagen.

Ik kreeg nog een uitnodiging van Claudio Mtaki om om 18.00 uur een frisdrank te drinken bij een café in het centrum van Ndala . Maar ik was al uitgenodigd voor de viering van Carolus Boromeus. Dit is de patroon van de zusters van Liefde van onder de Bogen. In Ndala heeft één van de koren zich genoemd naar Carolus Borromeus. Behalve zusters en vier koren waren er ook vrienden van de koren uitgenodigd. Dit begon met een mis in de Carolus Borromeus Hall. De koren kregen daarna de kans om zich te laten horen. Twee koren van de parochie in Ndala en één van een naburige locatie en één koor van de Afrikaanse zusters Mabinti van Maria ( dochters van Maria) die in Ndala weer een postulaat hebben. Na het optreden van de koren was het tijd om te eten en werd ik uitgenodigd om bij de hoofdgasten aan tafel te zitten.

Ik was nog gefrustreerd, doordat ik zaterdag een kind met ondervoeding had opgenomen en een speciale voeding had voorgeschreven F75, maar de verpleegkundige wist nog niet hoe het klaar gemaakt moest worden. Ik was er al weken mee bezig om nu eindelijk het programma om ondervoeding aan te pakken en het te implementeren, maar de twee verpleegkundigen, die het wel wisten hadden het nog niet door gegeven aan de verpleegkundige assistenten. Dus daar moet ik met de directrice nog over spreken.

De weken zijn zeer snel voorbij gevlogen , op dinsdag 5 november zijn mijn broers Henk, Harrie en zwager Willy Poelhekke op het vliegtuig gestapt en naar Tanzania gevlogen om me in Ndala op te halen.

In het ziekenhuis was het zeer rustig. Dat is normaal in deze tijd van het jaar. Voordat de regens beginnen, lijkt het of men niet meer ziek wordt. Men heeft geen geld en moet wachten tot er weer landbouwproducten kunnen worden verkocht. Er was nog een gecompliceerd geval op de kinderafdeling. Hij had een urineweginfectie. Hij was opgenomen met malaria en bloedarmoede, was suf van de geelzucht. Ik dacht: die haalt het niet. Na vijf dagen ben ik hem ook gaan behandelen voor typhoidfever en de koorts zakte de volgende dag al. Hij ging naar huis voor ik Ndala verliet.

Woensdag was ik op tijd wakker, en ’s morgens ontdekte ik eindelijk, wat ‘s avond en ‘s nachts als het waaide me bezighield. Ik dacht, dat er een deur stond te klapperen, maar ik kon er niet achter komen welke deur. ’s Morgens ontdekte ik, dat er in mijn slaapkamer een ruitje los zat en als het wat waaide dan ging het heen en weer. Ik gaf dat door aan het hoofd van de huishoudelijke dienst en ’s middags kwamen ze al om het vast te zetten. Na de ochtendbespreking gingen we naar Tabora om mijn bezoek op te halen, Henk en Harrie en Willy. Ze kwamen met een beetje vertraging, maar dat paste ons ook beter. We waren om 11.30 bij het vliegveld en na vijf minuten kwam het vliegtuig. We konden ze zien uitstappen op het platform. Na nog wat boodschappen gedaan te hebben en de bustickets voor zaterdag gekocht te hebben, konden we terug keren naar Ndala. Om 17.00 uur heb ik nog een rondleiding gegeven door het ziekenhuis en door het centrum van Ndala . We waren met het donker weer terug . Na het eten werden de ervaringen uit gewisseld, een pilsje gedronken en toen naar bed gegaan.

Donderdag 7 november. Op het morningreport werd er gerapporteerd, dat er ‘s nachts een vrouw met een darmobstructie was opgenomen. De dienstdoende AMO (assistant Medical Officer) iemand , die 5 jaar opleiding heeft gehad, maar niet op de universiteit) hij begon haar te opereren , maar het werd te moeilijk voor hem, dus iemand anders moest het later afmaken en dat is gelukt, Op de kinderafdeling waren maar 6 van de 40 bedden gevuld. Maar er werden twee kinderen met ondervoeding opgenomen. Hierdoor kreeg ik het idee om het ziekenhuis 200.000 shilling ( €80) te geven om de komende tijd voldoende volle melkpoeder, zonnebloemolie en suiker en elektrolyten te kopen, zodat het programma door zal lopen. Er was woensdag ook een nieuw coassistent, Tycho Visser, gekomen. Hij is eerst met mij meegelopen en heb ik hem nog wat instructies kunnen geven, hoe men een goede dokter wordt.

Na de visite op de afdeling ben ik naar huis gegaan en ben ik met de broers naar de wekelijkse markt gegaan. Dit was zowel veemarkt als gewone markt. Er was veel volk, wel 4000 bezoekers. Het was opvallend, dat het nu veel gemakkelijker was om foto’s te maken dan enkele jaren geleden. De boeren vonden het leuk, dat we eerst tussen het vee doorliepen. Daar mag Henk iets over zeggen. Dat is niet mijn vak.De eerste waterput gebouwd in 1995

Na de lunch ben ik nog naar de kinderafdeling gegaan en de andere heren zijn even gaan rusten. Om 16.00 uur zij we naar Ulimakafu gefietst. Ik had voor twee dagen drie fietsen kunnen lenen. In Ulimakafu gingen we bij ene Fredriki Nshimba kijken hoe tabak verbouwd wordt. Het was het begin van het seizoen. De tabak wordt op grote bedden gezaaid en afgedekt met gras om uitdrogen en verbranden te voorkomen. Ze worden elke dag besproeid, want het is nog droge tijd. Als de Tabaksplantjes groot genoeg zijn en de regentijd is begonnen, dan worden de plantjes uit geplant en groeien tot in April. Dan worden ze geoogst en In speciale schuurtjes te drogen gehangen en onder in wordt warme lucht in geblazen, om ze goed te laten drogen. Dan worden ze gebundeld tot balen van een kubieke meter en worden ze via de coöperatie of een ander bedrijf door verkocht naar de fabrieken in het buitenland. Tabak is een van de exportproducten van Tanzania.

In Ulimakafu begon het te regenen en moesten we bij de mensen binnen schuilen. Eest was dit onwennig, maar door de kinderen werd het heel gezellig, Henk en Harrie hebben zich uitstekend vermaakt met de kleintjes. Terug in Ndala zijn we nog even het centrum in gegaan om Paulo Eduardi de fietsenmaker te begroeten. Die vroeg ook of we ook even bij zijn huis langs gingen om zijn vrouw te begroeten. In een mum van tijd was Tausi Edwardi omgekleed klaar voor de foto. Tot slot kregen we een grote zak zelf verbouwde pinda’s mee om te verdelen. Ieder kreeg een kilo.

Tot slot van de avond waren we voor het diner bij de zusters uitgenodigd. Het was een gezellige avond en ik heb mijn bijdrage voor de ondervoede kinderen aan de directrice overhandigd. Ze had al een keer tegen mij gezegd, dat het met 200.000 Shiling kon lukken, dat progamma met F75 en F100 te realiseren.

Vrijdagochtend ben ik de gewone tijd opgestaan en nog naar het morningreport gegaan. Ik heb daar afscheid genomen van de Medische staf en heb nog visite gelopen en daarna heb ik mijn verantwoordelijkheid overgedragen.

Ik was van plan om met de broers een naburig dorp te bezoeken om hen daar het bouwen van een groot waterproject te laten zien. Zr. Florida dacht dat het te ver was voor de broers midden op de dag. Ik was er vorig jaar wel op de fiets geweest. We  hebben even de auto en chauffeur van het ziekenhuis kregen. Het werd toch nog anderhalf uur. In het dorp Ibelamelundi wordt een grote Watertoren gebouwd, De Tanzaniaanse regering is met een groots project bezig om een pijpleiding van 40 cm te leggen van het Victoria Meer om Tabora en omgeving van voldoende water voor de toekomst te voorzien. In Ndala is de vertakking ook al gelegd, Maar niemand kan me vertellen wat de planning is, wanneer ze water krijgen. Het project wordt uitgevoerd door Indiërs. Dit is één van de mega projecten op het ogenblik in Tanzania. We hebben de in aanbouw zijnde watertoren bekeken en daarna wou ik  Henk ook nog de centrale opslag van de tabak laten zien. De chauffeur wist de plek niet, maar ik kon hem de weg er naar wijzen. We mochten even naar binnen en konden zien hoe de balen klaar gemaakt werden voor de verkoop.

Na de lunch hebben we afgewassen en had ik nog een gesprek met de directrice, We hebben de fietsen teruggebracht. De heren wilden toch ook nog even een foto maken van de kerk. Maar de kerk was al gesloten. Via de begeleider van het jeugdkoor konden we toch via de sacristie de kerk bekijken. Toen moesten we natuurlijk ook even de priesters van de parochie begroeten en werd er op roomse wijze een pilsje gedronken. De Pastoor Alex Nduwayo was er niet, maar deze kwam ’s avonds laat toch nog even bij ons langs om afscheid te nemen. Ik ken hem al bijna tien jaar. Even als de zijn collega , die nu ook arts in het ziekenhuis is. Toen was het bedtijd , want we zouden de volgende ochtend om 6.00 uur al naar de bushalte gebracht worden in het naburige dorp.

We waren zaterdag morgen 9 november om 6.30 in Puge om op de bus te stappen naar Arusha. We gingen met Coastline, een betere maatschappij. Maar dat was voor ons niet belangrijk. Voor 33000 shilling konden we naar Arusha reizen. We waren om 12.30 in Katesh en daar stond Thomas Safari op het busstation om mij een orchideetje van de Mount Hanang te geven. Helaas waren het een soort varentjes. Dat was een oponthoud van twee minuten. Ik heb hem nog een fooi gegeven voor de inspanning en hopen elkaar een volgende keer langer te zien. Er waren totaal twee korte plas pauzes van 10 minuten. Rijtijdenwet kennen ze niet. We waren uiteindelijk om 16.30 in Arusha.

Daar begon een andere fase van onze gezamenlijke trip. Onze gids, Erick Saimon,https://www.erimpalasafaris.com/ die ik had geregeld, woonde in Arusha Noord in de wijk Ilboru. Dit is aan de rand van de stad en de broers konden meteen kennismaken met de wegen in de buitenwijken van de stad. De wijk ligt op een heuvel en de weg is soms ook een halve rivier vol kuilen en gaten. De familie had een eigen stukje grond, waar het huis van zijn ouders stond. Dit is een redelijke woning, met meerdere kamers. Op het ene uiteinde van dat perceel heeft Erick zijn tweekamerwoning gebouwd en aan de andere kant zijn broer. Daarnaast hebben zijn ouders nog koeien en geiten. De koeien staan altijd vast en komen niet naar buiten. Ze zijn voor de melk. Met de geiten gaat men soms wel lopen om ze te laten eten in de berm van de wegen. Dit was dus opnieuw kennis maken met gewone mensen in Tanzania. Ericks vader is een soort conciërge op een middelbare school, een paar kilometer daar vandaan. Hij kan er op de fiets naar toe. Maar terug is grote deels lopen, omdat de weg omhoog loopt.

Volgens ons programma vertrokken we zondag 10 november vroeg om 7.15 met de grote Toyota landcruiser naar het Nationale Park Tarangire. Dit Park ligt ongeveer anderhalf uur-twee uur van de stad. Het is een mooi park met een sterk wisselend landschap langs een riviertje en Het park is vooral bekend om de vele olifanten, die er zijn. Ee lopen de nodige struisvogels rond, maar vooral op het vlakke deel, de steppe, aan de rand van het park. We zagen er Impala’s. waterbucks, bavianen en gestreepte en dwerg mangoesten. Dit zijn knaagdieren en lijken wat op de stokstaartjes uit de dierentuin. Verder is het park bekend om de vele Baobabbomen. Dit zijn een soort upside down bomen. Ze hebben een geweldige dikke stam van zacht hout en een naar verhouding kleine kruin.

Voor mij had het bezoek ook nog iets nostalgisch. We zijn In 1975 een week op vakantie geweest met ons jonge gezin vanuit Ndala in Tarangire Safari lodge. We hadden toen een tent gekregen aan het eind van de rij. ’s Nachts kwamen de olifanten langs de tent lopen. En het lag op een prachtig punt met een paradijselijk panorama. Dat was nu ook nog zo. Ik was er speciaal heengelopen. Alleen het open veldje naast de laatste tent was min of meer dicht gegroeid. Om half vier zijn we verder gegaan naar ons volgende hotel in Karatu. We hebben voorbij de plaats Mto wa Mbu op een prachtig uitzicht punt gestaan om over Lake Manyara uit te kijken en ons laten benaderen door enkele souvenir verkopers, die de hele dag nog “niets” verkocht hadden, wat ik me op dat punt niet kon voorstellen. Ik heb een hoeveelheid kralen kettingen gekocht. In Karatu was geboekt in Octagon Lodge. Dit is een hotel juist ten Westen van het Centrum in een exotisch tropische tuin. We verbleven er twee nachten.

Maandag 11 november zijn we weer vroeg opgestaan. Om 8.00 uur vertrokken we voor een bezoek aan de Hadzabe stam. Deze verblijven in een klein gebied aan de oostkant van het Lake Eyasi. We waren daar om 10.00uur. We werden aan de voet van een grote baobab ontvangen. Eerst moest er natuurlijk kennis gemaakt worden. Daarna gingen de mannen tonen, hoe ze pijlen maken. Aan sommige pijlpunten doen ze gif van bepaalde euphorbia soorten om het grote wild te verlammen. Daar is blijkbaar maar een kleine hoeveelheid voor nodig, zodat het dier moe en traag wordt, voordat het uit het uit het gezichtsveld is verdwenen. Daarna konden we anderhalf uur met hen op jacht gaan. We heb de jagers op de voet gevolgd, eerst langs de droogstaande rivier en daarna door het bos weer terug. Het resultaat van ons groepje was maar beperkt, Er werd een klein vogeltje geschoten. Maar toen we bij de baobab terug waren kwam er een andere groep aan, die hadden een grote Kudu weten te doden. Dat was dus feest. Er werd gedanst en gezongen. Niet iedereen had er blijkbaar zin in. Maar na enige reprimandes van de leiders sloten alle mannen zich er toch bij aan. Dat was natuurlijk mooi voor een video. Nadat we natuurlijk nog wat souvenirs hadden gekocht gingen we op stap naar de buren. Dat waren de Datooga, die ook nog min of meer nomadisch leven, maar wel moderner zijn. Het zijn een soort Barabaigs, die Ik een andere keer al had bezocht in Katesch onder leiding van Thomas Safari. De Datooga gaven een demonstratie van hun smeedkunst. Ze lieten zien hoe ze messen maakten en speerpunten met weerhaken. Ze lieten ook zien hoe ze koperen armbanden maken. We gingen dus weg met een aantal armbanden. Daarna gingen we nog kijken naar het Lake Easy zelf. Dit stond helemaal leeg. Er stond een harde wind. Er was bijna een storm. Het was een totaal ander landschap. Er stonden veel Euphorbia candelabrumachtige bomen. De bodem van het meer is een laag van zout kristallen. Terug in Octagon lodge vroeg Erick Saimon de tuinman naar de orchideeën. Hij kwam terug met een aantal stekken van de epidendrum radicans.Toen ik een na onze terugkomst uit de Serengeti aan de tuinman vroeg, of hij wist hoe de orchidee heette, nam hij me mee naar een ander hoekje van het terrein van het hotel en daar stonden ze in de grond in bloei, mooie rode bloemen. Toen kon ik die op internet vinden en de naam achterhalen.

Op dinsdag 12 november zijn we ’s morgens om 7.00 uur vertrokken naar de Serengetti. Toen we juist voorbij de Ngorogoro krater waren, zijn we op bezoek gegaan bij een traditionele Masai Manyatta. We werden al opgewacht. De mannen en de vrouwen stonden al klaar om eerst hun dansen en zang te vertonen. We mochten uitgebreid foto’s nemen en daarna werden we in twee groepen verdeeld en kregen we een eigen gids om ons naar hun marktje te brengen midden in de kraal. Ieder gezin had een eigen stukje met souvenirs. Er waren veel dezelfde armbanden, kettingen etc en ik vond het een beetje slordig. Ik heb een paar kleine dingetjes gekocht om hen niet helemaal teleur te stellen. Omdat ik Swahilli sprak begrepen ze wel, dat ik vaker in het land kwam. Tot slot moesten we even hun klasje/Schooltje bezoeken. Dit stond juist buiten de kraal. Er zat een juffrouw voor de klas en er waren misschien zo’n 30 kinderen. Die zongen natuurlijk ook uit alle macht. Er werd natuurlijk een donatie voor de school gevraagd. Voor het bezoek was al betaald door onze gids. En bovendien er had zich alweer een andere groep toeristen gemeld en ze hadden haast om zich weer voor te stellen. Het bezoek kostte €20 per persoon.

Na dit intermezzo zijn we doorgereden naar de Serengetti. We hebben onderweg nog even gestopt bij een nieuw monument voor de heren Bernhard en de zoon Michael Grzimek. De zoon was in 1959 in de Serengetti gestorven. Beiden waren bekend als zoölogen en filmers. Bij dat monument stond ook een monument van Oldupai Gorge. Oldupai Gorge https://www.olduvai-gorge.org/ was een paar kilometer daar vandaan. Daar werden door Leakey de ongeveer oudste menselijke resten gevonden. Er is daar een museum, maar daar zijn we dit keer niet naar toe gegaan. Ik ben er in 2002 al geweest.

Van Karatu naar de Serengetti was 160 kilometer, maar we deden er vele uren over. Onderweg stopten we meerdere keren om al dieren te zien, zoals de topi’s , hartebeesten, Thomson gazelles, wildebeesten, Secretary birds, 100 olifanten. De zuidkant van het park is kaal en nog dor. Er staan geen bomen. En dit deel is ook vrijwel vlak. Er zijn dus eindeloze vlakten. Hier komen de komende tijd de meeste dieren naar toe om er hun jongen te werpen. Omdat het zo open is , kunnen ze de roofdieren zien aankomen en kunnen ze hun jongen in veiligheid brengen.

We waren om 17.00 uur bij de Heritage tenten Lodge. https://www.heritagecampsandlodges.com/Links en rechts van de receptie, restaurant staan 20 tenten op een rechte rij. In het donker mag je niet zonder begeleiding uit of naar je tent. Er kunnen dieren tot bij de tent komen, m.n. Olifanten en Buffalo’s. De tenten hebben het nadeel , dat er maar beperkt warm water is. De eerste avond en morgen was er helemaal geen warm water. De leiding was stuk. Gelukkig hebben ze dat de volgende dag gemaakt. Tot slot hebben we nog een pilsje gedronken bij het Kampvuur.

Woensdag 13 november konden we de dag rustig beginnen. We gingen pas om 8.30 op game drive. Erick had blijkbaar niet de behoefte om ons een killing van de leeuwen te laten zien, want dat gebeurt meestal al vroeg op de dag of juist op het eind van de dag. We hebben wel leeuwen gezien, maar die waren al aan het eten of ze lagen te kijken. Een groep aarzelde of ze zouden gaan jagen, maar uiteindelijk gingen ze toch weer allemaal liggen. We hebben ook de luipaarden in de boom gezien. Na de lunch om 15.00 uur gingen we naar de Hippopoel. Dit is ten Noord Westen van het centrum van de Serengetti. De hippopool was een rivier , die groten deels droog stond, maar in een restant van 100×100 lagen misschien wel honderden nijlpaarden en er liet zich ook nog een krokodil zien. Ook al liggen de nijlpaarden in het water/modder ze kunnen toch geen ogenblik stilliggen, Ze zijn om de paar minuten in beweging en knorren en maken lawaai. Op de terug weg begon het te regenen. We waren om 18.00 uur weer terug bij onze tenten. Om 18.45 begon het weer flink te regenen.

Donderdag 14 november was het weer op tijd opstaan. We vertrokken om 7.00 uur naar de Ngorogoro. Het was een beetje gunstig weer. Toen we om 10.00 in de Ngorogoro krater afdaalden was het niet mistig en konden we de bodem van de caldera zien. We zagen de eerste roofvogels. We zagen weer leeuwen en als belangrijkste zagen we nog twee neushoorns. Die waren er niet in de Serengetti. We zagen in het meertje ook flamingo’s , maar deze waren ver weg. Bij de picknick site was het zeer druk. Er stonden veel auto’s. Ik heb tijdens de picknick pauze genoten van een stel Kites. (wouwen) Dit zijn grote roofvogels, die heel mooi kunnen vliegen, maar ook zeer brutaal kunnen zijn. Ze zijn instaat om een kippenpootje uit je handen te grissen, als je niet oplet.

Ik werd nog gebeld door Joseph Dominic Igombe. Hij woont en werkt in Arusha en had van zijn moeder gehoord, dat ik in het land was en had via Raphael een chauffeur in Ndala mijn telefoon nummer gekregen. Joseph is een zoon van een vroegere medewerker in Ndala, Waar we destijds veel waardering voor hadden. Hij heeft vaak onze kinderen moeten verbinden. Ik had hem opgeleid tot röntgenassistent en dat deed hij zeer goed. Helaas is hij al overleden, door COPD.

We waren om 16.30 weer in Octagon lodge in Karatu.

Vrijdag 15 november vertrokken we uit Karatu. We bezochten juist buiten Karatu een nieuwe deels nog in aanbouw zijnde African Gallary. Dit is een zeer grote African Art Gallery. Ze hadden er alle soorten Afrikaanse kunst, van heel eenvoudige tot zeer kostbare, waar een museum jaloers op zou zijn. Ze verkochten ook kunst van buiten Tanzania. Kunst uit Nigeria, Ghana. Ze verkochten ook prachtige Makonde’s. Ze hadden ook een grote winkel met edelstenen en met name de Tanzanite in alle maten en tinten. Dit is een soort edelsteen, die alleen in Tanzania in de buurt van Arusha wordt gedolven. Ze zijn meestal blauw.

Daarna reden we door naar Arusha. Erick, had bedacht, dat we nog niet bij hem thuis gingen eten, maar hij had Lunch pakketten meegenomen en we gingen ten zuidoosten van Arusha lunchen in een kloof in de omgeving, waar zijn ouders vandaan kwamen. Het was een prachtige plek, maar de oevers van de rivier hingen vol met plastic afval in de bomen en de struiken.

Na de lunch zijn we naar huis gegaan. Ik heb de Joseph Dominic Igombe maar meteen gebeld om een afspraak te maken. Ik kon meteen komen en ik werd even later door Erick naar een grote supermarkt gebracht, waar we hem zouden treffen. Ik herkende hem meteen. Hij leek op zijn vader en ik had zijn foto al eens op facebook gezien. Hij nam me mee naar zijn huis in de buurt van Makongoro road en Nairobi road. Hij had een klein huisje in een complex met een donkere binnenplaats, dat vol hing met was om te drogen. Hij begon er mee te vertellen, dat hij ook een nieuw huis aan het bouwen was. Hij werkt als gids en doet vooral beklimmingen van de Mount Kilimanjaro. Hij was ooit chauffeur geweest in Ndala, maar dat beviel hem niet, vandaar dat hij naar Arusha was verhuisd om ander werk te vinden. Hij woonde nu samen en ze hadden drie kinderen. Na anderhalf uur ben ik weer weggegaan en hij bracht me naar de straat om een boda boda te vinden. Dit is een motor taxi.

Zaterdag 16 november gingen we 8.30uur naar lake Duluti. Dit is een kratermeer 17 kilometer aan de oostkant van Arusha. De kraterring is maar 1,5 kilometer doorsnee. Het meer zou volgens sommigen 700 m diep zijn, maar door anderen wordt dit betwijfeld. Dit is een Natuurpark en we moesten $25.00 betalen per persoon. Daarna ging er zowel een gids als een rancher met ons mee rond de krater. Er waren vooral vogels te zien en we zagen tweemaal een Monitorlizard. Toen we bijna rond waren, was er een resort en de anderen wilden iets gaan drinken. Ik zag daarbij een boom vol met Orchideeën en een soort hangende Euphorbia. Op de heg lag een grote bundel Orchideeën, die omlaag waren gevallen. Later zag ik in de tuin nog een klein soort orchidee een Polystachia soort. Mijn dag was weer goed. Erick heeft tegenwoordig ook belangstelling voor de orchideeën. Het is opvallend, ook deze dag wist de gids van alles van vogels te vertellen, maar hij wist niet wat een orchidee was. Ik heb ze dus voor hem aangewezen. Na de lunch zijn Erick en Ik ook nog even op de krater rand gaan kijken, want daar hadden we vorig jaar andere soorten gezien. We hebben deze ook terug gevonden. Henk is aan het meer gebleven.

Terug in de stad zijn we naar de curiosashop gegaan en hebben onze souvenirs gekocht. Het was rustig. Er waren weinig klanten, Het is het eind van het seizoen. Henk wist zich hierbij uitstekend te vermaken en heeft een paar prachtige wandelstokken gekocht van ebben hout. Daarna zijn we de buskaarten voor dinsdag 19 november gaan kopen. De reis naar Dar es Salaam kost 32800 shilling per persoon. (goed €13 euro ) voor een reis van meer dan 600 kilometer.

Zondag 17 november zijn we om 8.30 vertrokken naar de omgeving van Lake Duluti Het was de bedoeling om Henk wat van het agrarisch leven rond Arush te laten zien. Erick had dit niet goed voorbereid. En moest een adres zoeken. We konden bij een greenhouse ( kas ) van een kweker kijken . Hij kweekte komkommers en een soort tomaten. Hij kon zijn akkertje irrigeren met slangen. Daarna zijn we doorgereden naar Tengeru. Daar is een hogeschool voor agrarische cultuur en daar was een leraar, de heer Mikidata bereid ons rond te leiden.Hij was leraar parasitologiy en microbiology.

Eerst werden we naar de melkstal gebracht. Daar werden ooit de koeien met de machine gemolken. Dit was ooit gestart door Poolse vluchtelingen in de tweede wereldoorlog. Maar voor het onderhoud was blijkbaar geen geld. Daarna werden we naar de varkensstal gebracht met zeugen. Buiten liepen de andere varkens in een soort park. We zijn helemaal rond gelopen naar het weiland voor de koeien daarna weer naar een stuk land , wat geïrrigeerd wordt, Dit wordt gebruikt om te hooien. Dit was voor mij de eerste keer, dat ik dat zag in Tanzania. Zij leren de studenten dus ook om voedsel voor het vee op te slaan voor de droge tijd. Terug in Ilboro was het lunchtijd. Rond 15.15 zij we weer vertrokken om aan de voet van de Mount Meru een dorp te bekijken, waar men irrigatie van de berg heeft. Toen we verder reden kwamen we langs een Masai mark. Dit bleek Garamtoni te zijn , waar Mabula en ik vorig jaar ook waren geweest. De markt was heel kleurig en de mensen vonden het meestal leuk om ons te zien. We konden zelfs foto’s maken. Harrie had nog wel zin om in de avond naar een club in de stad te gaan om Tanzaniaanse muziek te horen. Maar uiteindelijk waren we te moe en hebben dit laten schieten.

Maandag 18 november was onze laatste dag in Arusha. We hadden nog iets voor Henk op de agenda staan. We zijn om 9 .00 uur naar een bedrijf aan de west kant van Arusha gegaan. Dit bleek een  zaadveredelings-bedrijf te zijn. Seed & Co. Dit is een bedrijf wat in Zimbabwe was begonnen en nu zaden veredelt in 16 Afrikaanse landen. Hun belangrijkste product zijn nog diverse soorten mais, die meer droogtebestand zijn. Ze veredelen ook sorghum en men wil ook rijst soorten veredelen. Deze mais soort heeft echter ook maar een half zo hoge opbrengst als de gewone witte mais.

Om 16.00 uur gingen we voor de laatste keer wandelen. We wilden een eind buiten de stad gaan wandelen aan de voet van de berg om nog wat van de natuur te zien. Helaas was het voor Henk wat zwaar om tegen de heuvels op te lopen en hebben we niet gedaan, wat het plan was.

Na het eten was het afscheid nemen van de familie. Met name mevrouw Saimon en ook de moeder van Steve wou dingen verkopen. We kregen allemaal nog een omslagdoek cadeau. Dit is voor de koude dagen thuis. Mama Erick kon blijkbaar goed hand werken. Ze had een paar mooie tassen gemaakt. Ik heb er één gekocht.

Dinsdag 19 november moesten we vroeg op staan, Onze bus vertrok om 6.00 uur naar Dar es Salaam. We waren netjes op tijd en konden als eersten instappen. We hadden vier stoelen bij elkaar, Het werd een lange rit. De rit begon met regen na Moshi. Er was maar een korte middagpauze. Je moest dus niet te veel drinken en ook niet te veel eten. De bus ging via de Noordkant via Bagamoyo naar Dar es Salaam. Daar stond het verkeer helemaal vast. We deden er meer dan een uur over om bij het eindstation te komen. Helaas had ik de verkeerde naam van de bus doorgegeven aan de taxichauffeur. Ik had gezegd, dat we met Lyxury bus kwamen , maar we kwamen met de Extra Luxury coach. Ik had de taxi chauffeur kunnen regelen via de oma van Steven Revocatus. We gingen maandag bij zijn oma kijken. Ze was Donuts aan het bakken en verkopen. Ze vertelde , dat haar zoon in Dar es Salaam op het vliegveld werkte, maar hij deed ook andere dingen. Ik heb hem gebeld en hij wou ons graag van het busstation halen. Maar omdat ik de verkeerde naam had doorgegeven, miste hij ons ook en zat hij ook vast in het verkeer. Maar gelukkig kwam hij on toch na een dik uur wachten ophalen en bracht ons naar ons hotel Sunrise Beach Resort in Mji Mwema ten zuiden van Dar es Salaam. Hij reed via de nieuwe Julius Nyerere brug over de baai. Om 21.00 uur waren we in het hotel. Ik kon me alleen niet goed meer herinneren wat ik had besteld, Twee twin rooms of één twin room en twee singels. We kregen 2 twin rooms. Dat was toch wel lekker, twee grote kamers met een voorkamer, air conditioning en grote badkamers.

De taxichauffeur was niet te zien. Zijn assistent zette ons af. Christian Kisiri zou woensdag zelf komen om af te rekenen.

Woensdag 20 november regende het bij het opstaan. Even later was het droog en Harrie en ik gingen om halfacht al lekker zwemmen in de oceaan. Het was heerlijk lauw water en het was nog vloed. We hebben lekker gezwommen. Na het ontbijt ging het weer regenen. Toen we om 10.00 naar de stad gingen regende het nog steeds en de weg, binnendoor naar de brug, stond vol met enorme plassen. Af ten toe hielden we ons hart vast. Straks slaat de motor af. In de stad zijn we bij de Harbour Vieu Tower aan de Samora Avenue uit gestapt. Daar gaan pinnen en koffie gaan drinken. We zijn ook naar boven gegaan naar de 9de verdieping , daar is een hotel met een prachtig uitzicht over de haven. Daarna ben ik nog op zoek geweest naar het kantoor van Fred Shao in de Zanaki street. Maar ik kon het kantoor niet vinden en hij nam ook niet op.Toen zijn we verder door de Samora avenue gelopen richting het Askari monument( monument van de soldaat) Daar hebben we gelunchd. Ondertussen was het nog steeds aan het miezeren. Gezellig door de stad lopen was er niet bij. We zijn richting naar de ferry gelopen en toen was het vier uur om de taxi te laten komen en ons naar Mevrouw Ponera te laten brengen. Helaas was de plek niet goed te bereiken voor de taxi. Dus het was weer wachten. Om 17.00 uur waren we bij mevrouw Ponera in Oysterbay. De broers hadden een beetje het gevoel wat moeten we daar nu. Mevrouw Scholastica Ponera Is een weduwe en in 2009 is ze haar eigen toeristisch bedrijf begonnen na het overlijden van haar man. Ze had zes landcruisers gekocht en chauffeurs en daarmee is ze Pongosafaris begonnen. Dit is nu een goed lopen bedrijf. Ze heeft Bill Gates , Jimmy Carter, Obama als klant gehad. Wat wil je nog meer. Ze is bovendien een mooie vrouw van half Indische en Afrikaanse afkomst. Mijn broers vonden het toch een goed bezoek en vonden haar een sterke vrouw.

Donderdag 21 november was onze laatste dag in Tanzania. De dag begon met regen en het regende tot 10.00. We zouden om 9.30 door Christian Kisiri gehaald worden om bij het kleine eilandje voor de kust te gaan snorkelen op verzoek van Harrie. Om 10.00 uur begon het wat op te klaren en Christian dacht dat het droog zou gaan worden. Uiteindelijk gingen we om 11.00 uur in het bootje om ons naar Sinda island te brengen. Dit was een uur met het motor bootje. Eerst miezerde het nog maar toen we bij het eilandje aankwamen was het droog. Helaas hadden woensdag vergeten te vragen of men ook snorkel materiaal mee wou brengen. De gids had niets bij zich. Nu kon alleen Harrie gaan snorkelen en hij heeft gezien, dat er koraal was en dat er kleurige vissen rondzwommen. Willy en ik moesten dat maar geloven. We hebben boven het koraal gezwommen, maar er weinig van gezien. Henk bleef op het strand. Na een uur hadden we genoeg gezwommen en was het tijd voor de picknick. We hebben nog een beetje rond gekeken bij het strand. Er stond nog een ouder ruïne dicht bij het strand. Daar zou ooit een blanke hebben gewoond. Tijdens de lunch, kwamen er nog een paar vissers langs, die hun buit lieten zien en te koop aanboden. Ze hadden m.n. Octopus gevangen. Om 14.00 uur zijn we weer terug gevaren.

Terug in Sunrise Beach Resort ben ik nog even met Henk naar het huis van Fred en Selina Shao gelopen. Aleen Berton de knecht was thuis. Dus we hebben de groeten achter gelaten.

Toen was het tijd om te gaan douchen en de koffers in te pakken. Ik had afgesproken om ons om 18.30 naar het vliegveld te brengen. Dit werd uiteindelijk na 19.00 uur. Maar de Chauffeur wist allerlei sluiproutes en we waren door daar om 20.00 uur bij het vliegveld, Ruim op tijd. We vertrokken van de nieuwe terminal. Er was ruimte in overvloed. Het was nog niet helemaal klaar. Er waren maar drie taxsfree winkeltjes.

Mijn verblijf in Tanzania is weer bijna voorbij. We zitten in de vertrekhal van het vliegveld in Dar es Salaam. Over een half uur kunnen we gaan boarden. We waren op tijd. Onze taxichauffeur wist de nodige binnenwegen in Dar es Salaam om snel van Kigamboni/Mjimwema naar het vliegveld te komen. Ik heb de email bekeken. Ik ben weer bij.

De terugreis ging goed. Ik had in het vliegtuig al last van een kriebelhoest. Na aankomst op Schiphol had ik het verschrikkelijk koud en ik deed bijna in de broek van de kou. Thuis bleek, dat ik een blaasontsteking had opgelopen.  Gelukkig kon ik dit zelf diagnosticeren en ik kon ook meteen met de behandeling beginnen. Zondag voelde ik me alweer wat beter. Nu rest alleen de neusverkoudheid nog.

Nu zijn we weer in Nederland met onze herinneringen en met de vragen om hulp. Daar kunnen we nu over na denken.

Zondag 1-12-2019

Verslag uit Ndala 2019 no 6 21-11-2019

Eén gedachte over “Verslag uit Ndala 2019 no 6 21-11-2019

  • juli 1, 2020 om 7:37 pm
    Permalink

    Mooie en boeiende verhalen !
    Groeten aan Hilde

    Beantwoorden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *