Ndala 28-11-2021

Het is weer zondagmiddag en het is weer tijd om jullie te laten weten, wat ik sinds maandagochtend  22 november heb meegemaakt.

Op maandagochtend tijdens de ochtendbespreking werd het duidelijk, dat er geen dekglaasjes waren voor microscopie. Dat is hier m.n. belangrijk omdat er dan geen sickelceltests gedaan kunnen worden, terwijl dat eigenlijk dagelijks nodig is. Zo hoorde ik later ook, dat er al meer dan een jaar geleden flessen besteld zijn voor de bloeddtransfusiedienst en infuusvloeistoffen. Er zijn wel flessen, maar als men er meer zou hebben, dan kan men een grotere voorraad aanleggen.

Tijdens het visite lopen vergat ik dat er nog een kind lag met meningitis in de isoleerafdeling, maar de verpleegkundigen zeiden ook niet, dat ik iets vergeten was. Toen ik er aan dacht hoorde ik, dat de ouders in het weekend besloten hadden het kind mee naar huis te nemen om het local medicines te geven. Dat betekent eigenlijk, dat ze bang zijn voor de ziekenhuisrekening, want de traditionele behandeling is toch goedkoper.

Met Asha gaat het gelukkig beter. De moeder doet haar best en wij ook. Een week geleden was Asha op sterven na dood. In de loop van de week zag je, dat ze steeds meer ging bewegen en de ogen opendeed. De voeding met een oplossing van suiker, melkpoeder, olie en mineralen sloeg aan. Ze begon ook gewone dingen te eten. Op vrijdag vroeg de moeder of ze thuis verder mocht gaan met de voeding, want ze was alleen en had geen geld om eten kopen voor zichzelf. Thuis is ze waarschijnlijk ook beter in staat om het kind goede voeding te geven.

Ik had maandag besloten om niet op een uitnodiging voor een bruiloft in te gaan. De mensen zijn lid van een kerk, die heet Assemblees of God. Ik had dat eerder meegemaakt. Ik vond het veel lawaai en ik kan toch niet veel van het Swahili verstaan. Ook daarna bij het feest etc. is het moeilijk om de mensen te verstaan. Daarom vond ik het zinvoller om te zeggen, dat ik in het ziekenhuis te veel te doen had.

Ik was er nog wel nieuwsgierig naar, of het plantje wat ik zondag 21 november gekregen had nu een orchidee was of een soort sanseveria. Dus ik heb Winifrida gebeld en gevraagd of het mogelijk was, dat die kennis nog een keer kon gaan kijken in het bos en of hij de planten terug kon vinden.

Op het eind van de dag zijn Robert en ik nog gaan fietsen. Ik heb een binnendoor weggetje gepakt parallel aan de hoofdweg naar Tabora.

Bij Ulimakafu zagen we een grote Citrus boomgaard en er was een man aan het werk. We gingen kijken. Hij was de bomen water aan het geven. Hij had een grote put, waar het water niet eens zo diep stond en hij had een dieselpomp, zodat hij met een slang rond kon gaan. Ik vond dat knap hoor, want de omgeving hier is eigenlijk te droog voor sinaasappelen. Citroenen kunnen wel groeien, die hebben minder water nodig. Het was een boomgaard van meerdere hectares. Ik had dat andere jaren nooit gezien, terwijl ik er wel eens langs gefietst ben. Zo zie je, dat er hier ook schaalvergroting plaats vindt in de landbouw.

Dinsdag 23 november was weer een rustige dag. Op de afdeling waren er natuurlijk wel uitdagingen. Ik doe min of meer alleen de kinderafdeling. Men komt niet kijken of het goed gaat. Robert was naar Tabora gegaan om een ondernemer te spreken over de problemen van de watervoorzieningen in het ziekenhuis. Er moet nog steeds personeel met emmers water sjouwen. De verbindingen tussen de gebouwen zijn beschadigd. Die meneer Ludoviki kent de situatie hier in het ziekenhuis, want hij heeft een paar jaar geleden alle regenwater reservoirs hersteld en weer stevig gemaakt. Sindsdien heeft het ziekenhuis genoeg water. Ludoviki zou een begroting maken van de kosten om alle verbindingen te repareren en we hebben van de Stichting Tabora al bericht gehad, dat er waarschijnlijk voldoende geld is om dat waterproject te realiseren.

Om 17.00 uur had ik een afspraak met een verpleegkundige om bij hem te komen kijken. Hij heeft een huis gehuurd op het ziekenhuisterrein. Dit is een van de oudste personeelshuizen. Ik had Robert meegenomen. Hij is getrouwd en ze hebben een dochtertje van bijna twee. Deze gaat ook al naar de kinderopvang bij de school van de zusters in Ulimakafu. Ze gaan er elke ochtend met de landrover naar toe. Er zitten dan wel 20 kinderen in de landrover. En ze zijn allemaal vrolijk. Ze krijgen al onderwijs in het Engels. De vrouw van de verpleegkundige had ook een project om wat te verdienen. Ze hadden een oven gekocht en ze bakte nu taarten op bestelling. Het was hun bedoeling om een winkeltje ergens te beginnen. Men hoopte op een bijdrage van Robert en mij om daaraan bij te dragen. Men ziet dus blijkbaar, dat er voor zo’n luxeartikel als taarten hier al voldoende markt voor is.

Tot slot van de dag kregen we een flinke regenbui van 3 uur. De boeren kunnen opgelucht ademhalen. De regentijd gaat dan toch beginnen.

Woensdag 24 november was eerst koel na de regen. Maar later op de dag werd het toch nog warmer. Op de kinderafdeling liep alles een beetje zoals het hoort.

In de ochtend kwam ik Nora Kulinduka tegen. Ze was vroeger ons buurmeisje. Ze kwam met een brief. Daarin stond het verzoek of ik kon helpen het schoolgeld van 2 kinderen op de middelbare school te betalen. Ik heb haar geantwoord, dat ik een groep weeskinderen hielp en dat ik niet iedereen kon helpen.

Tussen de middag had ik opnieuw een vraag. Ditmaal van Maria. Ze vroeg of ik kon helpen, omdat ze een hoeveelheid zaad wilde kopen, want de regentijd begon en ze wilde veel zaaien. Ik heb haar gezegd, dat ik haar salaris wel vooruit kon betalen, maar dat ik het niet cadeau gaf. Toen was het over en moest ik maar gewoon betalen, anders zou ze het misschien ook weer te snel uitgeven. Later vroeg ze meerdere keren uit schaamte of ze dat wel had kunnen vragen. Om 17.00 uur waren Robert en ik bij haar thuis uitgenodigd om te komen eten. We zijn ernaartoe gefietst en we waren er precies vijf uur. Eerst werden we gevraagd om haar moeder die tweehonderd meter verder woonde ook even te begroeten. Haar moeder woont met een kleinkind in een eigen huis. Ze kookt nog zelf op haar 86ste. Ze was vergeten wie ik was. Maar na de uitleg wist ze het weer. We moesten haar oude huisje zien, die ze als keuken en opslagruimte gebruikte en haar woonhuis. Dit laatste huis is van gedroogde klei stenen gebouwd en aangesmeerd met een speciale klei, die er uitziet als cement. Dat was een beetje een modern huisje. Bij het afscheid vroeg ze nog wel om geld. Ik haar heb iets gegeven, zodat ze een fanta of een coca cola kon kopen. Daar was ze blij mee. Terug bij Maria moest ze ons ook laten zien hoe groot haar akker was. Dat is, denk ik, een hectare, waarvan een deel wat betere grond en een deel arme zandgrond. Zonder mest brengt het niet veel op. Daarna kregen we te eten. Het was Pilau en spinazie met voor mij kip en voor Robert als vegetariër gebakken eieren.

Na het eten zei ze dat haar dochter Christina graag had, dat we ook even bij haar langs zouden komen. Christina is op dezelfde dag geboren als Mabula.  Christina had een probleem. Ze is een nieuw huis aan het bouwen, omdat het oude huis begint te scheuren. Ze heeft als kokkin bij de zusters geen groot salaris en haar man had een alcoholprobleem en heeft haar 4 jaar geleden verlaten. Ik heb hem een andere dag wel ontmoet op de weg, maar hij draagt blijkbaar niets meer bij voor het huis en de kinderen. Christina vroeg of we misschien konden helpen een deur te betalen. Een deur zou 100.000 Tanzaniaanse shillingen kosten. Dat is €40 euro. We hebben gezegd, dat we er over zouden nadenken. Zo zie je, dat je op een dag uit één familie drie verzoeken krijgt om geld te geven. Je wilt dan graag iedereen helpen, zeker als je ze kent, maar ze moeten toch zelf oplossingen zoeken. Maria heeft een broer, die in Amerika woont en ze heeft een zus als kloosterling, die nu in Italië is. Haar vader was militair tot hij er mee stopte. De meesten van haar familie wonen allemaal dichtbij.

Donderdag 26 november was een bewolkte dag en in de ochtend kregen we al een klein regenbuitje.

Op de afdeling was een jongen van 7 jaar opgenomen wegens malaria, maar hij was erg ziek en had last van convulsies. Ik vertrouwde het niet en ook al was hij niet nekstijf ,deed ik toch een lumbaalpunctie. Dit liet zien, dat hij ook een meningitis (nekkramp had) Dus ik kon hem op tijd behandelen. Hij is twee dagen buiten kennis geweest. Maar gisteren was hij waker geworden en kon weer eten en drinken. Hij was nog wel in de war en kon nog niet op eigen benen staan, maar hij heeft het overleeft. De behandeling duurt twee weken. Dat was dan toch weer even de klinische blik. Daar ben ik trots op. Er werd nog een jongen van 10 jaar opgenomen, die al een week ziek was. Hij was ook niet aanspreekbaar. Hij had een bloedarmoede van 10 % en een bloed suiker van 1,2 . Voordat we de behandeling konden starten is hij overleden en reanimatie lukte niet.

Op het eind van de ochtend werd ik door zr. Florida uitgenodigd voor een gesprek op haar kantoor. Ze had behoefte om mij uit te leggen, hoe alles draaide en welke zorgen ze had. De vergadering van het bestuur van het ziekenhuis op vrijdag zou niet doorgaan, omdat de bisschop verhinderd was. Het belangrijkste was eigenlijk, dat ze van de regering bijna geen steun meer krijgen. Vroeger werden voor 39 werkers de salarissen door de overheid betaald. Nu maar voor 9. De vorige president wou eigenlijk de missie ziekenhuizen laten stikken, door ze in de schulden te laten komen. Hij had ze zelfs een soort inkomensbelasting opgelegd i.p.v. ze te steunen. De eerst zorg van het bestuur is om alle salarissen te betalen. Dat heeft prioriteit en dat lukte tot nu toe altijd, maar dat brengt wel met zich mee, dat er veel achterstallig onderhoud is. Op de operatiekamer zijn eigenlijk alle instrumenten versleten. Ook één van de twee röntgenapparaten moet gerepareerd worden. Eigenlijk moet er een nieuw apparaat komen. En zo had ze nog meer zorgen.

Om 16.45 uur gingen Robert en ik op de fiets naar de plek waar ik zondag geweest was om de planten op te halen. We werden begeleid door Winifrida.Het zag er al wel donker uit maar het leek als alsof de bui voorbij zou gaan. Aangekomen in Maguria, waar haar moeder woont, werden de planten getoond. Dat waren inderdaad de orchideeën die ik had willen zien.Helaas begon het daarna te regen en na een uur was het nog niet droog. Het miezerde nog. Maar het was al kwart over zes en om zeven uur is het donker. Robert en ik hadden wel de regenjas meegenomen. Winifrida kreeg een extra omslagdoek van haar moeder. Halverwege moesten we even stoppen, omdat ik de man een tip had beloofd. We kwamen daar aan en ik betaalde de man stiekem zoals je een fooi geeft. Toen ontstond er bij de andere mannen enige discussie, maar toen duidelijk was dat ik de tip had gegeven, waren ze ineens vriendelijk en moesten we komen kijken. Naast het huis stond een boom met dezelfde orchidee. Deze zag er heel goed uit omdat die blijkbaar telkens water kreeg. Ze gingen de helft van de plant weg hakken om aan mij te geven. Ook al zei ik dat ik dat niet mee kon nemen, gingen ze toch door. Ik heb de plant aan Winifrida gegeven. Robert was al doorgefietst, Hij had een lekke band en het schemerde al.  Het regende nog steeds. Hij was een beetje boos, van waarom stoppen we daar, terwijl het regent en het al laat is. We moesten door heel wat diepe plassen fietsen, maar het lukte, We waren om 19.05 thuis. Robert was opgelucht. We konden nog zien waar we fietsten.

Vrijdag was het rustig. Op de kinderafdeling leek alles stabiel en onder controle. Nu de lunch heb ik een uur lang met een paar andere werkers zitten praten omdat die ook niets te doen hadden. Na het werk heb ik de klomp orchideeën uit elkaar gehaald. Ik heb een scheut genomen. Ik heb bij het huis waar ik verblijf een paar scheuten in de bomen gezet en ik heb een scheut naar de zusters gebracht. Zo laat ik een spoor achter voor de toekomst.

s Avonds probeerde ik nog een keer om in trouw in te loggen om te kijken hoe het bij jullie is, maar dat lukt na de zoveelste poging niet. Zelfs niet na een chat met de serviceafdeling.

Zaterdagmorgen ben ik weer met Stefano Ligwa gaan fietsen om de omgeving te verkennen. Hij nam me mee naar een plek waar de eerste missionarissen een paar dagen hadden gebivakkeerd voor ze naar de chief gingen om toestemming te vragen of ze daar in Kampala een missie konden beginnen. Ze mochten dat op die plek doen en hebben een klein kerkje gebouwd. Maar ze kregen niet veel medewerking van de Chief. In Ndala was een vrouw de baas en die zag er wel wat in om de missionarissen in huis te halen. Zo ontstond de Missie in 1896 in Ndala.

Op de plek waar de missionarissen eerst begonnen waren, was het kerkje afgebroken en dat is naar Puge verplaatst , waar nu nog een kerk is. Op de plek zelf is nog een klein kerkhofje waar enkele heel oude graven waren, zonder datum . Omdat het een onvruchtbare plek was, was het een verlaten plaats. Er stonden grote bomen en het was er mooi groen. We gingen nog bij de oude mangobomen kijken en daar vond ik een paar bloembollen. We hebben die uitgegraven en meegenomen. Ze staan nu hier in de tuin. Maar helaas verloor ik ook mijn zonnebril en ik had dat niet in de gaten.

Vandaar wilde ik ook nog even in Puge kijken bij het bezinestation van het ziekenhuis. We kwamen daar. Het was er niet druk, maar er stond een jonge mangoboom met daaronder veel vruchten, die niet werden gebruikt.

Het was een klein soort, maar gelukkig niet met veel draden erin. We hebben eerst een aantal mangos gegeten en Stefano ging daarna een zak vragen om een hoeveelheid mee naar huis te nemen. Er stonden ook een heleboel jonge boomjes . Stefano heeft er een aantal uitgegaven en nam ze ook mee naar huis. Hij had thuis wel een paar mango bomen, maar die stonden een eindje van zijn huis vandaan zodat andere mensen ervan profiteerden zonder zelf veel vruchten te krijgen. We zijn in Puge nog even thee gaan thee gaan drinken en toen was het de hoogste tijd om naar Ndala terug te gaan. We gingen via de hoofdweg terug, maar dat is vrij zwaar, omdat er 4 heuvels in zitten.

We waren om half één terug in Ndala en hadden 26 kilometer gefietst.

Later ontdekte ik, dat ik mijn zonnebril niet kon vinden, maar wel de koker. Jammer, dan moet ik het maar zonder doen.

We waren gisterenavond om 19.30 bij de zusters uitgenodigd. Dit was om twee redenen. Het was om afscheid te nemen van Robert en omdat er een zuster jarig was geweest. De avond was zoals gebruikelijk, eerst een buffet en daarna muziek en enkele speeches. Robert kreeg als dank voor de inspanningen een shirt en een jurk van dezelfde katoenen stof voor zijn vrouw. Nadat alles zijn we om 22.00 uur naar huis gegaan, want we moesten vroeg opstaan.

Robert moest om 6,30 zich melden bij de bushalte in Puge en ik ben meegegaan om hem uit te zwaaien samen met de chauffeur. De bus uit Tabora naar Arusha was precies op tijd. Klokslag 7 uur kwam hij voor rijden.

Ik ben daarna om 9 uur nog naar de mis gegaan en daar zat ik toch nog over mijn zonnebril te denken. Ik dacht, dat ik hem maar op twee plaatsen verloren kon hebben. Ik heb Stefano nogmaals gevraagd hoe de plek heette .

En daarna heb ik een bromfiets taxi laten komen om me naar de plek in het bos te brengen. Ik wist de weg nog en op het eind hebben we het voor de zekerheid éénmaal de weg gevraagd. We waren op de goede weg. Bij de graven zag ik mijn zonnebril niet. Toen zijn we naar de mangobomen gegaan en door het struikgewas. We konden de plek waar ik gisteren die bloembollen had uit gegraven niet mee vinden. Wel stond er nog een andere bol dus ik wist dat we op de goede plek waren. Juist toen we het wilden opgeven liep ik een klein paadje op en daar lag mijn zonnebril. De dag was weer goed. Daarna kon ik opgelucht aan dit verslag beginnen.

Ik ga nu nog even mijn benen strekken en even rondkijken. Ik denk, dat jullie zo weer een indruk van het leven hier gekregen hebben.

Allemaal veel groeten en tot de volgende keer.

Gerard

Groeten uit Ndala 2021 no 4

3 gedachten over “Groeten uit Ndala 2021 no 4

  • november 30, 2021 om 4:34 pm
    Permalink

    Dag Gerard:
    – Dank voor de interessante verhalen!! — Fijn dat je de zonnebril weer hebt gevonden: die zul je daar nodig hebben !! Hier weinig zon op het ogenblik..

    – Alle goeds voor de komende tijd en hart.groet uit Velp: Christi Reinten-Luth.

    Beantwoorden
  • november 30, 2021 om 4:35 pm
    Permalink

    Hoi Gerard, we waarderen het bijzonder dat we via je brieven mee mogen kijken in al je belevenissen. Bewonderen je inzet, waarmee je veel kinderen weet te redden. De verschillen met de gezondheidszorg hier zijn wel erg groot. Grotere solidariteit zou een groot goed zijn.
    Alle goeds en hartelijke groet, Aloys en Nelleke

    Beantwoorden
  • december 5, 2021 om 12:06 am
    Permalink

    Beste Gerald ….fijn dat het met u redelijk goed gaat in Afrika ….veel mag fietsen en anderen weer in Afrika kan helpen. …blijf gezond zou Sinterklaas u zeggen groet Jan Lammers uit Aalten

    Beantwoorden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *